Isaiah 13

1De last van Babel, dien Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft.
 last Dit is de titel van alle bezwaarlijke dreigprofetieën; het is als een ontzegsbrief, welken de Heere door zijn profeet is zendende. Zie de aantekening 2Ki 9:25 . En dit dreigement gaat niet alleen den koning te Babel aan, maar ook de stad Babel en het gehele koninkrijk.
,
  dien Jesája, Dat is, dien God hem in een gezicht geopenbaard heeft.
2Heft op een banier, op een hogen berg; verheft een stem tot hen; beweegt de hand omhoog, dat zij intrekken door de deuren der prinsen.
 Heft op Hier spreekt God den koning der Perzen en der Meden aan, hem vermanende, dat hij zich ten oorlog zou bereiden, tegen de Babyloniërs.
,
 een banier, Te weten tot een teken dat zich het krijgsvolk verzamele.
,
 verheft Dat is, roept met luider stem de krijgslieden, die nabij wonen.
,
 beweegt Te weten om een leger uit verre landen aan te lokken en te verzamelen.
,
 zij Te weten de verzamelde krijgslieden der Perzen en Meden.
,
 intrekken Te weten in de stad Babel.
,
 der prinsen Te weten de prinsen of vorsten te Babel. Aldus noemt de profeet de Babyloniërs, omdat velen hunner van den roof hunner naburen en der voortreffelijke neringen machtig en rijk geworden waren, ja als prinsen en vorsten; alsook omdat zij te dien tijde over vele koninkrijken en landen heersten. Zie Isa 10:8 .
3Ik heb aan Mijn geheiligden bevel gegeven; ook heb Ik tot Mijn toorn geroepen Mijn helden, de vrolijken Mijner hoogheid.
 Ik heb Te weten, Ik de Heere.
,
 aan Versta hier de Perzen en Meden, die God had geheiligd; dat is, tot een heilig werk geordineerd, namelijk tot verdelging der goddeloze Babyloniërs. Zie Jer 22:7 .
,
 bevel gegeven; Niet door een uiterlijke stem, maar door een inwendige beweging, in de harten der Perzen en Meden, door mijne regering de zaak tot mijn eer besturende. Zie 2Sa 16:11 ; Isa 23:11 .
,
 tot Dat is, tot uitvoering mijns toorns.
,
 Mijn helden, Dat is, de Perzen en Meden, wien Ik sterkte en kloekmoedigheid gegeven heb en nog verder geven zal.
,
 de vrolijken Dat is, welken Ik een dapperen en vrolijken moed en courage gegeven heb, om de Babyloniërs aan te tasten. Maar hoe de goddelozen dit doen, zie Isa 10:6-7 .
4Er is een ruisende stem op de bergen, gelijk eens groten volks; een stem van gedruis der koninkrijken, der verzamelde heidenen; de Heere der heirscharen monstert het krijgsheir.
 er is Hier spreekt de profeet wederom. Anders: daar is een stem der menigte, of der veelheid; want het Hebreeuwse woord betekent zulks beide.
,
 op de bergen, Te weten op de bergen in Medië.
,
 gelijk Hebreeuws, de gelijkenis van een groot volk.
,
 een stem De zin is: Daar is zulk rumoer, alsof al de koninkrijken der heidenen zich vergaderden en samenliepen.
,
 monstert Als zijnde veldoverste, of generaal.
5Zij komen uit verren lande, van het einde des hemels; de Heere en de instrumenten Zijner gramschap, om dat ganse land te verderven.
 uit verren lande, Te weten uit Perzië, hetwelk van Babel gelegen is omtrent 225 Duitse mijlen, gelijk enigen schrijven.
,
 van het einde Anders: van het uiterste des hemels; dat is van de wijdgelegen landen.
,
 de instrumenten Of, de wapenen, die hij in zijnen toorn gebruiken wil om het land der Chaldeën en van Babylonië, mitsgaders die ganse monarchie te verderven; zie Jer 50:25 .
6Huilt gijlieden, want de dag des Heeren is nabij; hij komt als een verwoesting van den Almachtige.
 gijlieden, Te weten, o gij Babyloniërs, met al uwe aanhangers.
,
 de dag Dat is, de dag, in welken de Heere zijn gestreng gericht over Babylon zal uitoefenen; gelijk Isa 2:12 , en Isa 61:2 ; Joe 1:15 . Zie Job 24:1 , en Psa 37:13 .
,
 hij komt Alsof hij zeide: Het zal zulks een verschrikkelijke verwoesting zijn, dat het genoegzaam blijken zal dat ze van de hand van den almachtigen God komende is.
7Daarom zullen alle handen slap worden, en aller mensen hart zal versmelten;
 Daarom Te weten omdat het verderf zo verschrikkelijk en zo groot is.
,
 alle handen Te weten alle handen der Babyloniërs.
,
 aller mensen hart Hebreeuws, al het hart eens mensen.
,
 zal versmelten; Te weten van angst, schrik en vrees.
8En zij zullen verschrikt worden, smarten en weeën zullen hen aangrijpen, zij zullen bang zijn als een barende vrouw; een iegelijk zal over zijn naaste verbaasd zijn; hun aangezichten zullen vlammende aangezichten zijn.
 zij zullen Te weten de Babyloniërs en hunne aanhangers.
,
 een iegelijk Of, de een zal zich over, of met den anderen verwonderen.
,
 hun aangezichten Dat is, hunne aangezichten zullen zo rood zijn als vuur, te weten van schaamte, namelijk omdat zij, die tevoren zulke helden geweest zijn, die over de gehele wereld hebben willen heersen, van de Perzen en Meden, die tevoren zozeer niet geacht waren, zouden overheerd en verslagen worden. Doch anderen verstaan dit alzo, dat de aangezichten der Perzen en der Meden als vuurvlammen zouden zijn, dat is vol toorn en gramschap, dorstende naar het bloed der Babyloniërs, hetwelk de roodheid hunner aangezichten zou te kennen geven.
9Ziet, de dag des Heeren komt, gruwelijk, met verbolgenheid en hittigen toorn, om het land te stellen tot verwoesting, en deszelfs zondaars daaruit te verdelgen.
 de dag Zie vs.6.
,
 hittigen toorn, Hebreeuws, hittigheid des toorns.
,
 het land Te weten het land van Babylonië.
,
 te stellen Dat is, om het land te verwoesten en ellendig te maken.
,
 deszelfs Dat is, de zondaars die daarin zijn.
10Want de sterren des hemels en zijn gesternten zullen haar licht niet laten lichten; de zon zal verduisterd worden, wanneer zij zal opgaan, en de maan zal haar licht niet laten schijnen.
 de sterren De zin is: Het zal de Babyloniërs alles tegen zijn, zodat zelfs de sterren des hemels haar schijnsel hun zullen onttrekken. Deze manier van spreken gebruiken de profeten, om daardoor te betekenen grote ellenden. Zie Eze 32:7 ; Joe 2:31 , en Joe 3:15 .
,
 gesternten Door ster wordt verstaan een enige ster, door gesternte verscheidene sterren bij elkander. Anders: Orion. Zie Job 9:9 .
,
 wanneer zij Hebreeuws, als zij uitgaat; te weten uit hare slaapkamer; Psa 19:6 .
11Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken, en over de goddelozen hun ongerechtigheid; en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen.
 Ik zal Hier spreekt de Heere wedeRom.
,
 wereld Versta hier door de wereld de landen, die onder de gehoorzaamheid van den koning van Babel stonden, welker vele waren. Zie Dan 4:17 , enz.
,
 bezoeken, Dat is, straffen.
12Ik zal maken, dat een man dierbaarder zal zijn dan dicht goud, en een mens dan fijn goud van Ofir.
 dierbaarder De zin is: Ik zal maken dat der Babyloniërs weinig zullen worden, want van hen zullen velen verslagen worden. Vergelijk 1Sa 3:1 .
,
 dicht goud, Zie 1Ki 10:18 .
,
 Ofir Zie de aantekening 1Ki 9:28 .
13Daarom zal Ik den hemel beroeren, en de aarde zal bewogen worden van haar plaats, vanwege de verbolgenheid des Heeren der heirscharen, en vanwege den dag Zijns hittigen toorns.
 Daarom Te weten vanwege den hoogmoed en de goddeloosheid der Babyloniërs, vs.11.
,
 den hemel De zin is: Ik zal zo schrikkelijke straffen over de Chaldeën en Babyloniërs laten komen, dat met reden hemel en aarde zich daarover ontzetten zullen; of dat de Babyloniërs zullen menen dat hemel en aarde bewogen worden.
,
 den dag Zie de aantekening op Job 20:28 .
14En een iegelijk zal zijn als een verjaagde ree, en als een schaap, dat niemand vergadert; een iegelijk zal naar zijn volk omzien, en een iegelijk zal naar zijn land vluchten.
 als een schaap, Of, als een kudde schapen, die niemand vergadert.
,
 een iegelijk Te weten die uit verre landen gekomen is, gehuurd zijnde tot hulp der Babyloniërs.
,
 zal naar zijn volk Dat is, zal wensen weder in zijn vaderland te zijn, gelijk er straks volgt.
15Al wie gevonden wordt, zal doorstoken worden, en al wie daarbij gevoegd is, zal door het zwaard vallen.
 gevonden wordt, Te weten te Babel, of van de Babyloniërs. De zin is: Wie de soldaten der Perzen en Meden vinden zullen, die zullen zij doden, ziende dat het Babyloniërs zijn.
,
 wie daarbij Hij zij burger of vreemdeling; of versta degenen, die zich omtrent de stad Babel hier en daar in kastelen of vaste plaatsen begeven hebben. Anders: al die uitgeteerd is; te weten van groten ouderdom.
16Ook zullen hun kinderkens voor hun ogen verpletterd worden; hun huizen zullen geplunderd, en hun vrouwen geschonden worden .
 verpletterd Zie Psa 137:9 . Anders: vergruisd worden.
17Ziet, Ik zal de Meden tegen hen verwekken, die het zilver niet zullen achten, en aan het goud zullen zij geen lust hebben.
 de Meden Dat is, der Meden heirleger, onder het bevel van Cyrus, den koning der Perzen en Meden. Hebreeuws, Madai. Zie de aantekening Gen 10:2 .
,
 die het zilver Of, die op geen zilver denken of passen zullen. Hij wil zeggen dat de Meden zo bloeddorstig over de Babyloniërs zullen zijn, dat zij geen geld noch rantsoen tot verschoning nemen zullen, hoe groot het ook zou mogen wezen; maar zij zullen der Babyloniërs bloed of leven zoeken. Zie boven vs.12.
18Maar hun bogen zullen de jongelingen verpletteren, en zij zullen zich niet ontfermen over de vrucht des buiks; hun oog zal de kinderen niet verschonen.
 over de vrucht Dat is, over de kinderen in moeders buik.
,
 verschonen Of, sparen.
19Alzo zal Babel, het sieraad der koninkrijken, de heerlijkheid, de hovaardigheid der Chaldeen, zijn gelijk als God Sodom en Gomorra omgekeerd heeft.
 het sieraad Dat is, die nu de schoonste en voortreffelijkste is onder al de koninkrijken des aardbodems.
,
 gelijk Deze profetie is wel van de Perzen en Meden zo dadelijk niet voltrokken geweest toen zij deze stad hebben ingenomen, maar het is van tijd tot tijd verder en verder geschied, alzo dat men heden ten dage nauwelijks weet waar die machtige en prachtige stad gestaan heeft. Ten tijde van den keizer Vespasianus is daar alleen overig geweest Jovis Beli tempel; Plin.in natur.hist.lib.6 cap.26.
20Daar zal geen woonplaats zijn in der eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht; en de Arabiër zal daar geen tent spannen, en de herders zullen er niet legeren.
 Daar Te weten in de stad Babel.
,
 zal geen woonplaats Of, men zal er gene zitplaats hebben. Zie Jer 17:6 ; te weten, hoewel zij zich anders inbeeldt, vanwege haar grote macht, menende onoverwinnelijk te zijn. Anders: zij zal in der eeuwigheid [dat is, nimmermeer] niet bewoond worden; dat is, zij zal nimmermeer weder in haar vorigen staat komen, te weten nadat zij eens ten gronde zal afgebroken zijn.
,
 de Arabier De Arabieren plachten geen vaste woonplaats en blijvende stad te hebben, maar hier en daar te wandelen en in hutten te wonen, zich nederslaande waar zij het beste voeder vonden voor hunne beesten. Dezen, ziende en bevindende dat het land omtrent Babylon zo verwoest en zo ellendig is, dat er geen voedsel genoeg voor hun vee te vinden is, zullen het mijden.
21Maar daar zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de duivelen zullen er huppelen.
 de wilde dieren Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk wildernissen, en hier zodanige dieren, die in de wildernissen of in dorre woeste plaatsen zich ophouden. Zie Jer 50:39 .
,
 met schrikkelijke Of, schadelijke dieren. Het Hebreeuwse woord betekent zulke dieren, die de mensen ach en wee doen roepen van bangheid. Anders: dieren die een droevig geluid maken.
,
 de jonge Hebreeuws, de dochters der struisen. Zie de aantekening Lev 11:16 , en Job 30:29 .
,
 de duivelen Zie Lev 17:7 , alsook 2Ch 11:15 ; Rev 18:2 .
22En wilde dieren der eilanden zullen in zijn verlaten plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de draken in de wellustige paleizen; hun tijd toch is nabij om te komen, en hun dagen zullen niet vertogen worden.
 wilde dieren Het Hebreeuwse woord heeft zijnen naam van eilanden, maar wat het eigenlijk voor dieren geweest zijn, is onzeker. Sommigen hebben hier [vogels] uit de eilanden; anders: wilde dieren uit de eilanden; anderen meerkatten, of wilde katten; anderen uilen, omdat die gaarne in woeste, verlaten, vervallen huizen en plaatsen zich ophouden. Dit woord is ook Jer 50:39 .
,
 in zijn Te weten, van den koning van Babel.
,
 verlaten Of, weduwlijke; dat is, verlaten of ledige plaatsen, of, gelijk enige paleizen, door verwisseling van de letter res in de letter lamed; gelijk het is Isa 34:13 .
,
 elkander Of, elkander toeschreeuwen. Hebreeuws, antwoorden.
,
 haar tijd Te weten, de tijd van de stad Babel. En versta hier dien tijd, in welken het verderf der stad en van het rijk van Babylon beginnen zou, alsook het begin van den tijd van de verlossing der Joden uit hunne tirannie. Er zijn tot de vervulling dezer profetie verlopen omtrent tweehonderd jaren.
Copyright information for DutSVVA